Thomas Kaufman over een mogelijke herinterpretatie van de collectie van Rudolf II van Habsburg.

De kunstverzameling van Keizer Rudolf II van Habsburg (regeerde in de periode van 1576-1612), werd gedurende een lange tijd beschouwd als een lukraak aan bij elkaar verzamelde objecten, en dat in de verzameling elke notie van organisatorisch aspecten ontbrak. Kaufmann is hier niet mee eens. Kaufmann onderbouwt zijn verhaal door argumenten die zijn gebaseerd op het concept van “magnificentie”, conteporaine invenatrisatielijsten en andere schrijfwerken en schrijft dat er wel sprake was van een degelijk een doordachte structuur. Volgens hem was de verzameling van Rudolf II een soort representatie van zijn ‘magnificentie’. Hij refereert ook naar de bezoeksrapporten van ambassadeurs die de kunstkammer hebben gezien.

Rudolf II als Vertumnus (1591), Giuseppe ArcimboldoSkokloster

Rudolf II leek in en door zijn Kunstkamer te spreken. Kaufmann schrijft dat een prins kon zijn grootsheid en deugden aantonen middels zijn collectie. Een hedendaagse verzamelaar, te weten kardinaal D’Este, schreef dat de collectie van Rudolf II was `tesoro degno di chi il possede’. 

Andere argumenten van Kaufmann zijn dat er in opdracht van Rudolf II een groep van getelaanteerde kunstenaars en vakmensen werkte aan het opzetten van de kunstruimten en het organiseren van het display van objecten. De hofschilder Bartolomäus Spranger was belast met decoratieve projecten. Rudolf gebruikte zijn meest getalenteerde mensen voor het ontwikkelen en inrichten van zijn display ruimten. De inventarisatie uit de jaren 1607-11 laat zien dat de kamers waren ingericht en georganiseerd volgens programmatische en systematische planning. In deze inventarisatie zijn de belangrijke objecten gecatalogiseerd naar materiaal en afmetingen. De gehele collectie was rationeel gecatalogiseerd en gegroepeerd in “artificialia” en “naturalia”. Deze feiten laten het zien dat de collectie niet alleen geclassificeerd was naar de maatstaven van de hedendaagse prinselijke collecties, maar dat deze ook encyclopedisch van aard was. Rudolf II verzameling was een representatie van de universum in microkosmos. In 1565 omschreef Samuel Quiccheberg de kunstevrzameling van Rudolf II als theater van de wereld. Kaufmannn concludeert dat de Kunstkammer van Rudolf II een symbolische bezit van de wereld was in microkosmos. En dat deze symboliek zeer zorgvuldig samengesteld werd en gecommuniceerd.

Naar mijn mening heeft Kauffmann gelijk omdat hij de contemporaine bronnen hanteert zoals de inventarisatielijst en de contemporaine omschrijving van de magnificentie in de prinselijke collecties. Tevens zette Rudolf II de meest getalenteerde kunstenaars en vakmensen om zijn verzameling te organiseren en tentoon te stellen.

Literatuur: 

Thomas DaCosta Kaufmann. Remarks on the collection of Rudolf II; the Kunstkammer as a form of representation, 22.

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Aanmelden
© 2021 - 2024 Artgallery Hazekamp | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel